Interventies ter preventie vroeggeboorte

laatste update: september 2021

Geadviseerd

  • Bij een vrouwen met een spontane vroeggeboorte onder de 34 weken in de anamnese wordt de optie om in een volgende zwangerschap vanaf week 16 tot week 36, wekelijks progesteron voor te schrijven om een recidief vroeggeboorte te voorkomen besproken (NVOG, 2007). Nieuwe recentere studies zijn niet meegenomen in de onderbouwing van deze gedateerde richtlijn. De NICE-richtlijn adviseert tevens om de profylaxe-opties van progesteron te bespreken (NICE, 2015).
  • Het herhaaldelijk meten van de cervixlengte vanaf een zwangerschapsduur van 14-17 weken is geïndiceerd bij vrouwen met een hoog risico op vroeggeboorte (NVOG, 2007). Wanneer er sprake is van een voorgaande vroeggeboorte en een cervixlengte korter dan 25 mm gemeten tussen week 16 en 24 van de zwangerschap wordt internationaal geadviseerd het plaatsen van een cerclage te bespreken (NICE, 2015).

Niet geadviseerd

  • De meerwaarde van het uitvoeren van een fibronectine test om het risico op vroeggeboorte te berekenen wordt betwijfelt, zolang er geen studies zijn die het nut van interventies aantonen (NVOG, 2007).
  • Er is onvoldoende bewijs voor het screenen op bacteriële vaginose of asymptomatische bacteriurie (NVOG, 2007).
  • Het behandelen van parodontitis tijdens de zwangerschap heeft geen bewezen nut (ACOG, 2013; NVOG, 2007). De ACOG voegt daar echter wel aan toe dat in het belang van een algemene goede gezondheid, vrouwen moeten worden gecounseld over het belang van een gezond gebit (ACOG, 2013). De NICE-richtlijn gaat niet in op peridontitis (NICE, 2015).