Cytomegalovirus (CMV)

laatste update: september 2021

CMV wordt van mens tot mens overgedragen via lichaamsvloeistoffen. De meeste transmissie verloopt via contact met speeksel en urine van geïnfecteerde kinderen (NVOG, 2017). Infectie met CMV verloopt bij volwassenen meestal asymptomatisch (NVOG, 2017). CMV-infectie geeft geen extra risico op ernstige ziekte voor de zwangere. Het virus kan echter via de placenta aan het ongeboren kind worden overgedragen. Dit komt in ongeveer 40% van de gevallen voor en kan bij het kind ernstige afwijkingen veroorzaken (NVOG, 2017). Prevalentie van congenitale CMV bij de geboorte ligt rond de 0,5-1,6% (NVOG, 2017). Van deze geïnfecteerde kinderen heeft 15 tot 23% tijdens de zwangerschap of bij de geboorte klinische symptomen (NVOG, 2017). In de zwangerschap kan congenitale CMV leiden tot intra-uteriene groeivertraging. Andere vroege complicaties die worden gezien, zijn hepatosplenomegalie, petechiën, geelzucht, chorioretinitis, trombocytopenie en anemie (NVOG, 2017). Bij ogenschijnlijk gezond geboren geïnfecteerde kinderen ontstaat er bij 5-20% in de loop van de eerste levensjaren alsnog symptomen. De meest voorkomende late complicaties zijn gehoor- en visusverlies en cognitieve beperkingen (NVOG, 2017). Uiteindelijk heeft ongeveer 30% van de congenitaal geïnfecteerde kinderen permanente neurologische beperkingen (NVOG, 2017). 

De kans op transmissie bestaat al periconceptioneel en wordt groter naarmate de zwangerschap vordert (NVOG, 2017). Het lijkt erop dat infectie in de eerste helft van de zwangerschap tot ernstiger schade leidt dan een infectie later in de zwangerschap. Er is geen duidelijke relatie tussen het tijdstip van de infectieziekte en de aard van de afwijkingen (LCI, 2015a).

Om de kans op besmetting met CMV te verkleinen is een goede handhygiëne en het vermijden van contact met speeksel van jonge kinderen aangewezen (NHG, 2011; NVOG, 2017). Op het moment bestaat er geen effectieve behandeling om CMV-overdracht van moeder naar het ongeboren kind te voorkomen (NVOG, 2017). Daarom wordt screening op CMV bij zwangeren niet aanbevolen, tenzij er een klinische verdenking is op een CMV-infectie of wanneer er contact is geweest met een geïnfecteerd persoon (NVOG, 2017).