Voeding en voedingspatroon

laatste update: september 2021

Cafeïne

Cafeïne is een bestanddeel dat voorkomt in koffie, thee (met uitzondering van kruidenthee), chocola, energiedranken en sommige frisdranken. Het gebruik van grote hoeveelheden cafeïne wordt in verband gebracht met vroeggeboorte, verminderd geboortegewicht en een mogelijk hogere kans op miskramen (NHG, 2011). Ook is er mogelijk een verhoogd risico op groeivertraging bij een gebruik van meer dan 300 mg cafeïne per dag (NHG, 2011). Er zitten echter veel methodologische onvolkomenheden in de verschillende onderzoeken, zoals dat er onvoldoende is gecorrigeerd voor andere beïnvloedende factoren zoals roken. 

Interventies/advies
De NHG acht onvoldoende wetenschappelijk bewijs beschikbaar om preconceptioneel vrouwen te adviseren hun cafeïne intake te beperken (NHG, 2011). Het advies aan zwangere vrouwen is niet meer dan 300 mg cafeïne per dag te gebruiken. Een kopje koffie bevat ongeveer 80 mg cafeïne (Voedingscentrum).

Voedingspatroon en voedingssupplementen

De richtlijnen en rapporten geven geen informatie over algemene voedingspatronen en zwangerschapsuitkomsten. De richtlijnen Goede Voeding van de Gezondheidsraad (2015) zijn van toepassing op de gehele volwassen populatie en kunnen dus grotendeels gevolgd worden door vrouwen met een kinderwens. Met het volgen van de richtlijnen wordt het risico op chronische ziekten verkleind. Het Voedingscentrum benoemt het belang van gezond en gevarieerd eten voor en tijdens de zwangerschap volgens de Schijf van Vijf (gebaseerd op de Richtlijnen Goede Voeding). Hiermee krijgt de baby genoeg voedingsstoffen binnen voor zijn ontwikkeling (Voedingscentrum). 

Interventies/advies
Het Voedingscentrum geeft voor vrouwen die zwanger willen worden het advies om gezond en gevarieerd te eten en volgens de Schijf van Vijf. Hiermee krijgt de vrouw voldoende voedingsstoffen binnen. Het preconceptieconsult is een gelegenheid voorlichting te geven over gezonde voeding en eventuele voedingssupplementen. Bij het vermoeden op een slechte voedingstoestand wordt een doorverwijzing naar een diëtist overwogen (KNOV, 2010). Het Voedingscentrum beveelt het gebruik van multivitaminesupplementen in het algemeen niet aan, ook niet voor vrouwen die zwanger willen worden of al zwanger zijn. Eventueel kan, in overleg met de zorgprofessional die het preconceptieconsult uitvoert, een multivitaminesupplement overwogen worden wanneer een vrouw veel moet overgeven, weinig eet, of zorgen heeft over een adequate inname van voedingsstoffen (Voedingscentrum). 

Jodium

Jodium is een essentieel onderdeel van schildklierhormonen welke nodig zijn voor het in balans houden van de stofwisseling van de moeder en voor een normale groei en ontwikkeling van het kind. Omdat in Nederland de hoeveelheid jodium die van nature in voeding voorkomt ontoereikend is, mag jodium aan zout worden toegevoegd. Ongeveer 50% van de jodiuminname in Nederland is afkomstig uit brood dat verrijkt is met jodium (Gezondheidsraad, 2008b). Uit onderzoek van het RIVM uit 2010 bleek dat minder dan 3% van de Nederlandse bevolking een jodiuminname had die lager is dan de gemiddelde behoefte. Een jodiumtekort komt in Nederland bijna alleen voor als iemand weinig of geen brood eet, ongejodeerd of biologisch brood eet en ook geen gejodeerd keukenzout gebruikt. Een ernstig jodiumtekort van de moeder tijdens de zwangerschap kan ontwikkelingsstoornissen bij het kind veroorzaken (cretinisme en mentale retardatie), en ook een mild tot matig jodiumtekort hangt samen met ontwikkelingsstoornissen bij het kind. Er zijn daarnaast aanwijzingen dat een marginaal jodiumtekort van de moeder in het eerste trimester van de zwangerschap samenhangt met een minder goede neurologische ontwikkeling van het kind (Gezondheidsraad, 2008b).

Interventies/advies
De Gezondheidsraad geeft aan dat het belangrijk is dat de jodiuminname optimaal blijft en dat het huidige verrijkingsniveau van bakkerszout in Nederland hierin voorziet (Gezondheidsraad, 2008b). Er wordt geen specifiek advies gegeven voor vrouwen met een zwangerschapswens of zwangere vrouwen.

Vegetariërs en veganisten

In Nederland ligt de consumptie van eiwit vrijwel altijd een stuk boven de voedingsnorm, zodat het niet nodig is om bij vegetariërs en veganisten extra aandacht te besteden aan de inname van aminozuren (Gezondheidsraad, 2007). Bij mensen die helemaal geen dierlijke producten gebruiken bestaat er wel een verhoogde kans op een tekort aan vitamine B12 en ijzer.

Interventies/advies
Het is niet nodig om tijdens het preconceptiespreekuur specifieke adviezen te geven over de inname van voedingsstoffen naast het advies om gezond en gevarieerd te eten. Deze blijkt ook voor vegetariërs en veganisten in algemeenheid goed te zijn (Gezondheidsraad, 2007). Wel moet bij veganisten rekening worden gehouden met het verhoogde risico op een de vitamine B12- en ijzerdeficiëntie. Als uit de anamnese blijkt dat het risico hierop verhoogd is, kan besloten worden preconceptioneel het ijzergehalte en vitamine B12-status te bepalen en indien nodig te behandelen (KNOV, 2010).