Epilepsie en zwangerschap

laatste update: september 2021

Tijdens de zwangerschap wordt een verhoging in aanvalsfrequentie gezien bij 15-37% van de patiënten (NICE, 2012). Verhoogde concentraties geslachtshormonen, verandering in de metabolisatie van de anti-epileptica, slaapdeprivatie en stress kunnen de aanvalsfrequentie beïnvloeden. Mogelijk speelt ook verminderde therapietrouw uit angst voor de teratogene effecten van de medicijnen een rol (NICE, 2012). 

Epileptische aanvallen kunnen directe gevolgen voor de foetus en de zwangere hebben, in het bijzonder de gegeneraliseerde tonisch-clonische aanvallen. Deze aanvallen kunnen maternale en foetale hypoxie en acidose veroorzaken, vooral bij een langdurige status epilepticus. De kans op een epileptische aanval is het hoogst tijdens de bevalling (3,5%). Van absences, complex partiële aanvallen en myoclonieën is geen nadelig effect aangetoond voor de foetus (NICE, 2012). Wel kunnen epileptische aanvallen een val van de zwangere veroorzaken hetgeen kan leiden tot vroegtijdig gebroken vliezen, vroeggeboorte en foetomaternale transfusie (NVN, 2016). Er dient derhalve gestreefd te worden naar aanvalsvrijheid voor en tijdens de zwangerschap (NVN, 2016).

Bij medicamenteus behandelde epilepsie is een specialistisch consult bij een neuroloog noodzakelijk om de medicatie te optimaliseren en een uitgangsspiegel van het anti-epilepticum te bepalen (NHG, 2012; NICE, 2012; NVN, 2016). De neuroloog weegt samen met de patiënt de risico’s af van de diverse anti-epileptica. De VIL (KNOV, 2003) vermeldt dat vrouwen met epilepsie zonder medicatie door een verloskundige of huisarts begeleid kunnen worden tijdens de zwangerschap. Wanneer een vrouw wel medicatie gebruikt, is verwijzing naar een gynaecoloog geïndiceerd.